Kinderlezingen

Wat zit er in de plastic soep?

Als jong meisje, nog jonger dan de kinderen die nu in de zaal zitten van de kinderlezing bij NEMO Science Museum in Amsterdam, was Heather Leslie geïnteresseerd in zwerfafval - afval op straat of in het water, waar het niet thuishoort. Nu is ze milieuwetenschapper aan de Vrije Universiteit en weet ze alles over rondzwervend plastic en plastic soep. En dat komt goed uit, want vandaag gaan de kinderen op zoek naar het antwoord op de vraag: Wat zit er in de plastic soep?

plastic soep in Amsterdam.jpg

Plastic soep. De meeste kinderen in de zaal hebben er weleens van gehoord en kennen het als plastic dat in de zee ronddrijft. ‘Plastic soep vind je inderdaad in de zeeën en oceanen,’ vertelt Leslie. Eenmaal op zee wordt het plastic meegevoerd met de stroming en komt het in grote draaikolken terecht. Die draaikolken en waterstromen zorgen ervoor dat de plastic soep over de hele wereld reist.

Plastic soep in Nederland

‘Nederland is geen oceaan en toch kun je ook hier plastic soep vinden,’ zegt Leslie. Ze laat een foto zien van een heel vervuilde waterkant: ’t IJ achter NEMO ziet er soms zo uit. En ook ónder water wordt veel plastic gevonden, zien we op een ander plaatje. ‘Vissers op de Noordzee vinden niet alleen vissen,’ gaat Leslie verder. ‘Ze vinden ook heel veel troep. Vroeger gooiden ze dat terug in de zee. Is dat een goed idee?’ ‘Nee!’ roepen de kinderen in koor. Inderdaad. En daarom nemen de vissers de gevonden troep tegenwoordig mee aan wal, waar het naar een afvalverwerkingsbedrijf wordt gebracht.

Hoe komt het eigenlijk dat we zoveel praten over plastic afval en niet over ander zwerfvuil? Dat komt volgens Leslie doordat plastic niet zo snel vergaat. We zien een plaatje met verschillende soorten ijs: een roomijsje in een hoorntje, een waterijsje op een stokje en softijs in een plastic bakje. ‘IJsjes vergaan in een paar minuten,’ vertelt Leslie. Het duurt slechts een paar minuten voordat een ijsje is verdwenen. Het duurt wat langer voordat ook het hoorntje is vergaan en je bent een paar jaar verder voordat een houten ijsstokje is verteerd.

‘En een plastic bakje, hoe lang duurt het voordat dat is vergaan?’ vraagt de milieuwetenschapper. Een jongen steekt enthousiast zijn hand op: ‘Dat vergaat niet,’ zegt hij. ‘Het plastic gaat kapot en de stukjes worden steeds kleiner en dan eten dieren het op.’ Leslie complimenteert hem direct: hij heeft het helemaal goed! ‘Zo’n plastic bakje gaat zeker honderd jaar mee. Hoe lang het precies meegaat, weten we nog niet zeker. Dat kunnen we ook niet zeker weten, want plastic bestaat nog niet zo lang.’

Wat de wetenschappers al wel weten, is dat het plastic in de loop van de tijd inderdaad zijn vorm verliest, zoals de jongen al vertelde. Leslie: ’Als je met een zeefje naar het strand gaat en je zeeft wat zand, vind je stukjes die geen zand zijn. Dat zijn heel kleine plastic deeltjes.’

Troep op de stoep

Een belangrijke vraag waar de milieuwetenschapper zich mee bezighoudt, is: hoe ontstaat plastic soep? ‘Als je een probleem hebt, wil je als wetenschapper namelijk weten hoe het ontstaat. En dan kun je bedenken wat je eraan kunt doen.’ De kinderen in de zaal weten wel waar de plastic soep vandaan komt: mensen die hun afval niet op de goede manier weggooien. ‘Het komt eerst op straat, dan waait het bijvoorbeeld in het riool of het water en dan krijg je plastic soep,’ weet iemand.

En inderdaad: als het waait, komt veel plastic in het water terecht. Volgens Leslie denken sommige mensen dat het een probleem is van arme landen, waar niet zo’n goed afvalverwerkingssysteem is als in Nederland, maar: ‘in ons land komt ook veel plastic zwerfafval terecht in het water. Het is een probleem voor alle landen.’ Er zijn bovendien verschillende bronnen van de plastic soep. Leslie laat dat zien met een paar foto’s: een leeg drinkpakje van misschien wel een strandbezoeker. Een stuk visnet, waarschijnlijk afkomstig van een schip. En een lege plastic fles die overal vandaan kan komen. 

strandafval.JPG

Badeendjes

‘Een paar weken geleden is een schip een groot aantal containers verloren. Ze gingen kapot en kwamen in zee terecht. Er zaten producten in die geen afval waren,’ vertelt Leslie. ‘Tot ze terechtkwamen op de verkeerde plek en toen werd het wel afval.’ Wat er vervolgens gebeurde, is bij veel kinderen bekend: alles dat dreef, kwam op de stranden terecht. De kusten van de Waddeneilanden werden bezaaid met rotzooi.

De mensen die hielpen met opruimen - en soms gingen strandjutten - vonden onder meer veel My little pony’s. ‘Dat is jaren geleden ook eens gebeurd, met kleine badeendjes.’ Destijds belandden bijna 30.000 badeendjes in de zee. Het bijzondere was dat de eendjes op reis gingen. ‘Over de hele wereld werden ze teruggevonden en elke vindplaats werd opgeschreven door wetenschappers,’ zegt Leslie, terwijl ze de reis aanwijst op een wereldkaart. ‘Zo hebben wetenschappers de zeestromen in kaart gebracht.’ Veel My little pony’s zullen ook zo’n reis gaan maken, verwacht ze.

Plastic Soep Vechters

‘Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 20.000 ton plastic afval jaarlijks op de Nederlandse stranden belandt,’ vervolgt Leslie. Dat gebeurt soms per ongeluk en soms expres. Gelukkig heeft Nederland veel mensen die iets willen doen aan de plastic soep. ‘Ik noem hen de Plastic Soep Vechters,’ zegt Leslie enthousiast. Dat zijn mensen die in de reinigingsdienst werken, mensen die plastic op een goede manier weggooien, mensen die stranden schoonmaken, mensen die geen onnodig verpakte spullen kopen en mensen die oud plastic een nieuw leven geven. Sommige kinderen in de zaal hebben dat ook weleens gedaan. Zo toverde een jongen piepschuim, elastiekjes en plastic vorken om tot een mooie boot.

Mensen die plastic recyclen, zijn Plastic Soep Vechters. Net als ontwerpers. ‘Zij verzinnen dingen waardoor bijvoorbeeld verpakkingen niet in de plastic soep terechtkomen, zoals statiegeld. Of verpakkingen die makkelijk zijn te hergebruiken. Of die biologisch-afbreekbaar zijn.’ Dat betekent dat deze verpakkingen op een natuurlijke manier vergaan, zonder dat er stukjes overblijven. Alle Plastic Soep Vechters krijgen een applaus.

‘Maar… Met alle inzet van de Plastic Soep Vechters zijn we er nog niet. Want wat zijn de gevolgen van de plastic soep?’ De milieuwetenschapper laat een aantal foto’s zien, van dieren die dood zijn gegaan doordat ze in plastic onderdelen verstrikt zijn geraakt. Of vogels die een nest bouwen met plastic. ‘Hun jongen groeien ermee op, ze krijgen het zelfs te eten,’ vertelt Leslie. Ook zien we een schildpad, met een stuk plastic in zijn bek. ‘Schildpadden denken dat ze een lekkere kwal eten, maar ze happen in een plastic tasje.’ En zelfs zoöplankton, een klein organisme dat in de zee zweeft, eet microplastic: piepkleine plastic deeltjes die je met het blote oog niet kunt zien. ‘Mensen eten ook plastic. Oesters en mosselen filteren zeewater en krijgen zo plastic binnen. Mensen eten soms deze zeedieren en eten zo ook plastic.’

Drijven of zinken?

Dat bodemdieren in de zee plastic kunnen eten, komt doordat er verschillende soorten plastic zijn. En niet alle plastic blijft drijven. Leslie laat een tabel zien met de dichtheid van water en de dichtheid van verschillende soorten plastic. Een meisje neemt de proef op de som: ze mag een aantal plastic voorwerpen in een bak met water doen. We kijken welke blijven drijven en welke zinken. Wat doet een legosteentje? Lego is gemaakt van acrylonitrile butadiene styrene (ABS) en dat heeft een grotere dichtheid dan water. En ja hoor: het steentje zinkt. Dan pakt ze een plastic deksel, gemaakt van polyethyleen. We kijken naar de tabel en zien dat deze plasticsoort een kleinere dichtheid heeft dan water. Het zou dus moeten blijven drijven, en… Ja!

Het ene stuk plastic is het andere dus niet. Maar hoe komt dat? Wat ìs plastic nou precies? Plastic wordt gemaakt van fossiele brandstoffen, zoals aardolie. En tegenwoordig wordt plastic ook gemaakt uit biomassa, zoals maïs of riet. Uit de olie of biomassa worden kleine koolwaterstofmoleculen gehaald en vervolgens aan elkaar geplakt. Van die kleine moleculen worden lange ketens gemaakt. En doordat die ketens zo lang zijn en uit zoveel aan elkaar geplakte moleculen bestaan, hebben ze een verzamelnaam: ‘polymeer’. ‘Veel plastic begint met het voorvoegsel ‘poly’, vertelt Leslie, ‘polyethyleen, polyester, polypropyleen… ‘Poly' betekent namelijk ‘veel’.’

Nu we weten wat plastic is, moeten we bedenken waar het allemaal in zit. De wetenschapper laat een heleboel plaatjes zien. De kinderen moeten gaan staan als ze denken dat er plastic in zit en blijven zitten wanneer ze denken dat het er niet in zit. Bij het zien van een plastic fles, een visnet en een chipsverpakking, gaan de kinderen massaal staan. Bij een sportschoen wordt getwijfeld, maar ook daar zit plastic in. Bij cd’s, hoepels en de stoelen waarop de ouders zitten, wordt weer door alle kinderen gestaan. En ook de samenstelling van speelgoed, wattenstaafjes en vliegtuigen hebbende kinderen het goed: overal zit plastic in. 

Kinderlezing.jpg

Douchen met plastic

Hoe zit het dan onder de douche? Douche je met plastic? Dat gaan we onderzoeken. De kinderen krijgen allemaal een bekertje met wat douchegel. Daar wordt een beetje warm water in gedaan, waarna het voorzichtig moet worden geroerd. Vervolgens gieten de kinderen het door een koffiefilter in een andere beker. ‘Er zitten allemaal stukjes in,’ zegt een meisje. In het koffiefilter zien de kinderen allemaal witte en blauwe stukjes. Als je er met je vinger overheen wrijft, lossen de blauwe stukjes op. De witte stukjes zijn hard en blijven heel. ‘Dat is plastic,’ vertelt Leslie. ‘Waarom zou je plastic in je douchegel doen?’ De kinderen denken hard na. ‘Mensen hebben het idee dat door met deze stukjes over je huid te wrijven, je huid lekker zacht wordt.’

De douchegel die net is onderzocht, bestaat voor 10 procent uit microplastic. Zo noem je de heel kleine stukjes plastic waar je je huid mee kunt scrubben. 10 procent van de inhoud, dat is net zoveel plastic als in de héle verpakking zit. Leslie: ‘Kun je de lege fles recyclen?’ ‘Ja!’ antwoorden de kinderen. ‘Kun je de microplastics recyclen?’ vraagt Leslie dan. De kinderen zijn eensluidend: nee, die kun je niet recyclen. ‘Precies, die gaan het riool in. Zou een Plastic Soep Vechter dit soort douchegel kopen?’ Het antwoord klinkt direct: ’Nee!’

Plastic Soep Vechters kunnen dus rekening houden met het milieu door de soort douchegel die ze kopen. Wat kunnen ze nog meer doen tegen de plastic soep? ‘Opruimen,’ zegt een meisje. Dat is een goed idee, maar de zee is wel een stuk groter dan bijvoorbeeld een slaapkamer. ‘En misschien komt het plastic afval weer terug in zee, als je het opgeruimd hebt…,’ zegt Leslie. Dat gaan we onderzoeken. Een jongen komt naar voren. Hij mag bij een grote bak met grote houten en kleinere plastic ballen gaan staan. ‘De bak is de zee. De houten ballen zijn water, de plastic ballen zijn plastic. Begin maar met opruimen!’

‘Je kunt niet stoppen met opruimen’

De jongen gaat aan het werk en doet met grote vaart de zwarte ballen in een aparte bak. Tijdens het opruimen, gooit Leslie steeds nieuwe plastic ballen in de bak. Dan verliest een vissersschip zijn netten en komen er ineens een boel zwarte ballen bij. De jongen gaat maar door, zelfs wanneer er een ongeluk gebeurt met een containerschip: een vader gooit zo een groot aantal zwarte ballen in de bak! Dan mag de jongen stoppen. ‘Hoe vond je het,’ vraagt Leslie. ‘Best vervelend,’ antwoordt de jongen, ‘omdat er de hele tijd bij blijft komen. Je kunt niet stoppen met opruimen.’

Het is precies wat er in de wereld gebeurt: aan de ene kant wordt het plastic opgeruimd en aan de andere kant komt er gewoon weer bij. ‘Moeten we dan maar helemaal stoppen met plastic?’ Nee, dat is volgens de kinderen geen optie. Er worden namelijk heel handige en leuke dingen gemaakt van plastic, zoals laptops en speelgoed. ‘We kunnen wel stoppen met wegwerpspullen of plastic verpakkingen,’ suggereert de milieuwetenschapper. ‘Plastic maken van compost kan ook. Of statiegeld invoeren. Je kunt ook helpen door een petitie te tekenen.’ Toen Leslie bijvoorbeeld bij de kroning van Willem-Alexander probeerde om het oplaten van duizenden ballonnen te stoppen, kreeg ze geen reactie van de overheid. ‘Maar toen iedereen een petitie ondertekende, zei de overheid: “oké, dan doen we het niet”. Ook uit onderzoek naar systeemverandering weten wetenschappers dat je goed moet kijken wie er nog meer tegen de plastic soep vecht, want samen ben je krachtiger.’

Met systeemverandering bedoelt Leslie maatschappelijke veranderingen, die verder gaan dan een verandering in het plasticproductieproces. ‘Hoe stap je over van het ene systeem naar een andere,’ legt ze uit. ‘Naast individuele veranderingen en dingen die we thuis allemaal netjes blijven doen, is het ook belangrijk om met andere mensen op te trekken om het systeem die de plastic soep in stand houdt te veranderen. Uit onderzoek weten we dat als je niet samenwerkt de veranderingen die je wilt zien maar niet echt van de grond komen.'

Milieuwetenschappers doen niet alleen onderzoek naar plastic soep en hoe het eigenlijk is gesteld met de plastic vervuiling, ze geven ook colleges bij bijvoorbeeld NEMO Science Museum en ze adviseren overheden over wat er kan worden gedaan om de plastic soep kleiner te maken. Een leuk deel van haar werk, vindt Leslie het samenwerken met ontwerpers en kunstenaars. ‘Dan kijken we naar andere manieren om iets met de plastic soep te doen. Of we zoeken naar een andere oplossing om producten te ontwerpen.’

Plastic soep = inspiratiesoep

Dat laatste mogen de kinderen nu doen. Ze bedenken een koekjesverpakking die niet in de plastic soep terecht kan komen. Het is een paar minuten muisstil in de zaal. Het enige dat je hoort, is het krassen van potlood op papier. ‘Ik heb een verpakking van snoep bedacht,’ vertelt een meisje trots. ‘Met zure matten-smaak. Dan kun je de verpakking opeten en komt het niet in de zee terecht.’ Wat een goed idee! ‘Ik heb een biologisch afbreekbare zak bedacht. Hij is waterdicht en daardoor blijven de koekjes knapperig,’ zegt een jongen. En een andere jongen bedacht een houten doosje met een slot van bioplastic. ‘Het doosje kun je hergebruiken, doordat het van hout is.’ Leslie is ook enthousiast over een statiegeld-idee waarmee je niet alleen 2 euro terugkrijgt, maar je ook kans maakt om een game te winnen. ‘Dit heb ik nog nooit gehoord, echt uniek!’

De wetenschapper is blij verrast met alle goede ideeën. ‘En zo zie je maar dat er naast afval waar mensen en dieren last van hebben, er ook een heleboel inspiratie in de plastic soep zit. Inspiratie om er iets aan te doen. Inspiratie van de bijzondere ideeën van de kinderen in de zaal. En inspiratie van kunstenaars om er iets van te maken om mensen te laten reflecteren over hoe wij met deze materialen omgaan.’