Kinderlezingen

Hoe komt het dat mijn trui de zee vervuilt?

Vissen aan de muren en kwallen op het podium; op zondag 16 april 2023 wanen de bezoekers van de NEMO Kinderlezing in het studio theater zich in een onderwaterwereld. De Kinderlezing gaat over de zee, en hoe kleding die, volgens klimaatwetenschapper Bernou Boven, kan vervuilen.

“Vandaag gaan we het hebben over kleding en de zee”, vertelt Bernou Boven, klimaatwetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam. Ze wijst naar de waslijn met kleding naast zich op het podium. “Kleding, zoals mijn shirt of spijkerbroek en zelfs mijn lievelingstrui kunnen de zee namelijk vervuilen. Om te begrijpen hoe, moeten we eerst weten waar onze kleding uit bestaat.” 

pexels-anton-massalov-14614369.jpg

Ingrediënt plastic 

“Kleding is gemaakt van stof!”, klinkt het vanaf de tribune. “Ja, van katoen of wol!”, weet iemand anders. Dat klopt allemaal, knikt de wetenschapper. “Kleding maken we van textiel. Maar gek genoeg zit er vaak ook nog iets anders in, iets dat de natuur vervuilt als het erin terecht komt: plastic.” Boven vraagt de kinderen de etiketten in hun kleding te bekijken. Daarop staat waar een shirt, trui of broek precies van is gemaakt. “Op kledingetiketten staat eigenlijk nooit het woord plastic”, vertelt ze. “Daar wordt het bijvoorbeeld polyester, nylon, acryl, elastaan of polyamide genoemd.”  

Wie denkt dat er slechts af en toe een beetje plastic in kleding zit, heeft het bij het verkeerde eind. Dat zien de kinderen zelf: na een kijkje op de etiketten blijken best veel een outfit te dragen met daarin een vorm van plastic. “In maar liefst 60 procent van de kleding zit plastic”, vertelt de klimaatwetenschapper. Ze legt uit dat de stiksels, waarmee de losse onderdelen aan elkaar vast zitten, vaak van plastic zijn. Die zijn namelijk meestal steviger is dan stiksels van textiel. “Ook zit plastic vaak als heel dunne draadjes in de stof verwerven. Zo gaat er stiekem best veel plastic in, zonder dat je trui aanvoelt als een vuilniszak!”   

Piepklein en overal 

Plastic vergaat in de natuur niet zoals bijvoorbeeld een appel dat doet. “In plaats daarvan breekt plastic af tot héél kleine stukjes”, vertelt de wetenschapper. “De piepkleine, minder dan 5 millimeter grote snippertjes noemen we microplastics of microvezels. Ze zijn overal te vinden: van de hoogste bergen, tot diep in zee en zelfs in je lichaam.” 

Microplastics zijn zo klein, dat je ze eigenlijk alleen onder de microscoop goed kunt zien. De kinderen mogen het met hun eigen kleding uitproberen: elk kind krijgt een loepje en een sticker. “Wrijf de sticker met de plakkende kant naar beneden goed op je kleding”, zo luidt de instructie. “Als je de sticker eraf trekt, trek je vezels uit je kleding mee. Met het loepje kun je die goed bekijken.” 

car-wash-3960877_1280.jpg

Heel veel dingen bevatten plastic, vertelt Boven, als iedereen de loepjes en stickers weer heeft ingeleverd. “Niet alleen plastic zakken, bekers en verpakkingen, het zit ook in veel dingen waarvan je het misschien niet had verwacht.” Ze wijst op het scherm achter zich, waarop allerlei voorwerpen verschenen zijn. “Shampoo bijvoorbeeld. De fles is vaak van plastic, maar het zit ook in de shampoo zelf.” Als de wetenschapper de voorwerpen afgaat, blijkt al gauw dat in bijna allemaal wel een vorm van plastic zit. “Van make-up, glitter en kauwgom, tot autobanden, frisdrankblikjes en sigaretten.” In veel voorwerpen, zoals kleding, maar ook bijvoorbeeld verf, helpt plastic het product waterbestendig te maken. 

Goedkoop, schoon en zacht 

“Wie koopt er weleens nieuwe kleding?”, vraagt de klimaatwetenschapper haar publiek. “En waar letten jullie dan op?” Er schieten een heleboel aantal handen de lucht in. De een vindt dat het kledingstuk vooral mooi moet zijn, de ander heeft liever dat het heel lekker zit: “het moet niet kriebelen!” 

Er zit niet voor niets plastic in kleding, weet Boven. “Behalve sommige kleding waterbestendig te maken, is het ook relatief goedkoop. Olie, waar plastic van gemaakt wordt, is niet goed voor het milieu, maar is vaak minder duur dan natuurlijke materialen zoals wol of katoen. Ook is kleding met plastic makkelijker in onderhoud. Dat is weer leuk voor je ouders”, lacht ze naar de volwassenen in de zaal.  

Goed verstopt 

Boven vraagt drie kinderen naar voren te komen. “We gaan kijken of jullie zonder naar de etiketten te kijken, kunnen inschatten hoeveel plastic er in deze kledingstukken zit. De kleding waar volgens jullie geen plastic zit, hangen jullie aan de linkerkant van de waslijn. Die met een beetje plastic mogen in het midden, en die waar volgens jullie veel plastic in zit, gaan aan de rechterkant.” De wetenschapper wijst naar een grote bak vol shirts, truien en andere kledingstukken en het drietal gaat aan de slag.  

Hoe kriebeliger, lijkt het de kinderen, hoe minder plastic erin zal zitten. Als alles een plekje aan de waslijn gekregen heeft, en het drietal de etiketten mag lezen, blijkt er in de bijzonder kriebelige trui, die helemaal links hangt, inderdaad alleen maar wol te zitten. “Correct!”, applaudisseert de wetenschapper. Toch betekent zachter niet meteen meer plastic: ook het gladde shirt dat de kinderen helemaal aan de rechterkant hingen, blijkt plastic vrij: 100% katoen staat er op het etiket. Het drietal weet ongeveer de helft van de kledingstukken op de juiste plek te hangen. De conclusie: het is lastiger dan het lijkt om alleen op zicht en gevoel, precies uit te dokteren waar plastic in zit! 

surf-3104869_1280.jpg

Van trui tot zee 

Er zit dus best vaak plastic in je kleding. Maar hoe komt het uit je outfit nou helemaal in de zee terecht? “Dat komt onder andere door het wassen van je kleding in de wasmachine”, vertelt Bernou. “Vieze kleren gooi je in de was. Daar, in de wastrommel, tuimelt alles rond en wrijven de truien, shirts en broeken tegen elkaar aan. Door die wrijving komen kleine deeltjes zoals vezeltjes stof, maar ook microplastics, uit de kleding los. Die deeltjes komen in het waswater terecht.”  

Een groot deel van dat waswater wordt na zuivering in waterzuiveringsinstallaties weer in natuurwater geloodst. “Helaas lukt het in die waterzuiveringsinstallaties nog niet om altijd alle microplastics uit het waswater te halen”, vertelt Bernou. “Zo komen er stiekem flink wat plasticdeeltjes in zee terecht.” 

Gevaarlijk hapje 

Dat plastic niet in de natuur hoort, weten we allemaal. Maar wat gebeurt er precies als die microplastics in het zeewater terecht komen? “Er zijn allerlei redenen waarom we geen plastic in de zee willen”, vertelt de klimaatwetenschapper. “Eén daarvan is dat zeedieren zoals vissen de snippertjes plastic vaak aanzien voor eten. Eenmaal opgepeuzeld kunnen ze blokkades vormen in de darmen, of beschadigen scherpe stukjes belangrijke organen. Ook kunnen microplastics gevaarlijke stoffen vervoeren. Die chemische stoffen vergroten de kans op (darm)ziektes en zouden zelf de hormonen van het zeedier in de war kunnen brengen.” Dit is slechts het topje van de ijsberg, vertelt Boven. “De gevaren van (micro)plastic worden nog steeds onderzocht. We weten nog lang niet alles.” 

Zelfs als zeedieren de plasticdeeltjes niet direct eten, krijgen ze het meestal tóch binnen, vertelt de klimaatwetenschapper. Vijf kinderen mogen op het podium laten zien hoe dat eruitziet. “Jullie gaan samen de voedselteken uitbeelden”, legt Bernou uit. Elk kind krijgt een afbeelding van een zeedier; “Wie eet wie?” De kinderen hebben het snel uitgevogeld: de orka eet de zeehond, de zeehond de pinguïn, de pinguïn krill en krill plankton. “Als plankton dus microplastics binnenkrijgt, komt dat, via de voedselketen, uiteindelijk ook in de orka.”  

“Ook wij krijgen met ons voedsel plastic binnen”, vertelt Boven. “Via planten of dieren die plasticdeeltjes in of op zich hebben bijvoorbeeld. Dat betekent overigens niet dat we helemaal vol zitten met plastic. Gelukkig poep je een hele hoop ook weer uit.” 

Kinderlezing voorjaar 2

Wat kan je doen? 

We sluiten de Kinderlezing positief af: iedereen kan helpen de hoeveelheid plastic die in de natuur terecht komt te verminderen! “Door bijvoorbeeld minder kleding te kopen waar plastic in zit en in plaats daarvan te kiezen voor een outfit van natuurlijke materialen zoals katoen, wol, linnen of hennep”, vertelt de klimaatwetenschapper. “Maar ook door sowieso minder plastic te gebruiken. En, als het dan gebruikt, het netjes in de prullenbak te gooien.”  

Ook voor de ouders heeft Boven een tip: “Door speciale waszakken of een filter op de wasmachine te gebruiken, kun je voorkomen dat de microplastics in het waswater belanden. Eenmaal opgedroogd gooi je die vezels uit de waszak of de filter zo in de prullenbak en komt het niet in de natuur terecht!”  

Beelden: Pexels; Pixabay; DigiDaan