Kinderlezingen

Kan een bacterie plastic eten?

Vijfentwintig kinderen en hun ouders bezoeken de lezing van duurzaamheidswetenschapper Gert-Jan Gruter. Vandaag gaat het over plastic. Gert-Jan doet al 30 jaar onderzoek aan plastics, vertelt hij. Eerst aan de ‘gewone’ plastics die we allemaal kennen, daarna aan nieuwe plastics. Hij werkt bij het technologiebedrijf, Avantium, en is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam.

Hij noemt alle nadelen op van plastic: ze zijn gemaakt van olie, er komt bij de productie en bij verbranden van afval veel CO2 vrij, de huidige plastics (behalve PET) kunnen heel slecht gerecycled worden; het draagt bij aan de plasticsoep en het duurt ongelofelijk lang eer het afbreekt in het milieu omdat er geen bacteriën en schimmels zijn die het kunnen afbreken. “Ik vind dus dat we een plastictransitie nodig hebben”, zegt hij. “Dat betekent dat we een overstap moeten maken van de gangbare plastics, naar duurzame plastics.”

Geen PET maar PEF
Gert-Jan houdt een plastic wijnflesje omhoog. “Jullie kennen vast allemaal de PET-fles wel”, zegt hij tegen de kinderen. “Dit wijnflesje bestaat uit drie lagen materiaal. Tussen de PET lagen zit een laag nylon. Anders komt er zuurstof van de omgeving in de wijn. De nylon houdt dat tegen. Maar de drie lagen maken het onmogelijk om de fles te recyclen.”

Dan houdt hij een ander flesje omhoog. “Dit is een PEF-fles”, zegt Gert-Jan. “Wij werken al 15 jaar aan de ontwikkeling van dit flesje. Het is gemaakt van suikers, heeft goede eigenschappen en kan afbreken. We bouwen nu een fabriek in Groningen, die eind volgend jaar klaar moet zijn. Daarna kun je dus PEF-flessen in de winkel kopen.”

In elke auto 100 plastic componenten
Wat is er allemaal van plastic gemaakt, vraagt Gert-Jan aan de zaal. De kinderen roepen: “De panelen van auto’s, flessen, kleding, tasjes, afvalzakken, kauwgom, speelgoed, Lego.” Gert-Jan beaamt alles en laat nog wat voorbeelden zien: de vloerbedekking in een trein, medische zakjes waarin bloed en medicijnen worden toegediend, auto-onderdelen zoals spiegels, dashboards en verpakkingen uit de supermarkt. “De hoeveelheid plastic dat gemaakt wordt voor verpakkingen verdubbelt elke tien jaar”, zegt hij daarbij. “Dat is een enorme toename!”

Dan toont hij wat foto’s van de labels in kleding. Op de een zie je 100% polyester staan, op de ander een combinatie van polyamide en elastaan. “Dit zijn allemaal stoffen die gemaakt zijn van plastic”, zegt hij. Hij nodigt de kinderen uit om zelf even in hun eigen shirt te kijken waar dat van gemaakt is. De kinderen draaien hun T-shirts en hun nek in allerlei bochten om het labeltje te kunnen lezen.

“Wie wil er eens naar zijn trui kijken onder de microscoop?” Een jongen met een rode trui komt naar voren. Gert-Jan plaatst een draagbare microscoop op de trui. Op het beeldscherm zie je een gigantisch grof weefsel gemaakt van plastic vezels die in elkaar klitten. “Die vezels zijn een probleem als je kleding wast. Ze komen dan in het water en in het milieu terecht. Die vezels zijn dus overal. Zelfs in het drinkwater uit onze kraan en in de lucht. Dat kán niet goed zijn. Want die vezels kunnen niet worden afgebroken. En er komen er alleen maar meer bij.”

Johan Cruijff ArenA
Op het scherm verschijnt een foto van de Johan Cruijff ArenA. “Stel je gooit dit hele stadion vol met plastic korrels, dan is dat 1 miljoen ton plastic. Jaarlijks maken we wereldwijd 400 stadions vol. Elk jaar gebruiken we 3,5 procent meer plastic. Dus over 30 jaar zal het gaan om 1000 stadions vol.”

Ook komen er elk jaar acht stadions vol van plastic in milieu terecht, vervolgt hij. “Veel plastics breken niet af dus veel plastic komt via vuilnisbelten of rivieren uiteindelijk in de oceanen terecht.” Hij vertelt dat een luier 450 jaar nodig heeft om af te breken. En een nylon vislijn maar liefst 600 jaar.

Hoe maak je plastic?
Ongeveer vijf procent van alle olie wordt gebruikt om plastic van te maken. Eerst in de vorm van plastic korrels, daarna in producten. “Plastic bestaat uit polymeren, dat zijn lange ketens die in elkaar haken en kluwen vormen. Dat zorgt ervoor dat het als materiaal heel sterk is”, zegt Gert-Jan. Vervolgens legt hij op moleculair niveau uit hoe plastic gemaakt wordt.

Daarna mogen de kinderen zelf een polymeerketen maken. Iedereen krijgt een papiertje met daarop een molecuul. Die mogen ze op het podium aan elkaar vastmaken. De ene helft moet dat doen met een paperclip de andere helft met plakband. Welke verbinding is het sterkste? De kinderen trekken aan de twee ketens. “Plakband is het sterkst”, roept iedereen, want de polymeerketen gemaakt van paperclips breekt meteen. Gert-Jan: “Zo gaat ’t ook met echte polymeren. Afhankelijk van welke moleculen je gebruikt is binding sterker of minder sterk.”

Het plastic van de toekomst bestaat uit suiker gewonnen uit mais, graan, biet of riet, vertelt Gert-Jan. “Maar eigenlijk wil je niet concurreren met voedsel. Dus in onze fabriek in Groningen halen we suikers uit houtsnippers.

Vuilnisbelt, recycling en plastic etende bacteriën
Gert-Jan vertelt dat we plastic vroeger op de vuilnisbelt stortten of verbranden. “Tegenwoordig kun je plastic gescheiden inleveren, of haalt de gemeente het plastic uit het huisvuil om het te recyclen. Maar door recycling gaat de kwaliteit van de plastics omlaag. Het wordt daarna een product met een lagere kwaliteit. Een autobumper wordt bijvoorbeeld nooit meer autobumper.”

Het is de bedoeling dat de PEF-flessen van Gert-Jan ook in de natuur afgebroken kunnen worden. Hij en zijn collega’s zijn dat nu aan het testen. Hij laat een foto zien van honderden potjes met aarde die op het balkon van Avantium staan. Op of in die aarde zit een stukje PEF. “Elke 6 maanden halen we monsters eruit en analyseren we die. Het blijkt dat 12 procent van de PEF-stukjes na 1,5 jaar weg is. 18 procent is nog heel en de overige monsters zijn in stukken gebroken. Onder een elektronenmicroscoop zie je dat schimmels en bacteriekolonies bezig zijn de monsters te verteren.

Plastic verminderen
Maar hoe kunnen we nou duurzamer omgaan met plastic? “Door te reduceren, verminderen en hergebruiken”, zegt Gert-Jan. Hij laat een plaatje zien van een supermarkt waarin je producten kunt tappen in een pot of fles die je van huis meeneemt. “Daar moeten we steeds meer naar toe.”

Plastic eten
Als laatste vertelt Gert-Jan dat niet alle soorten plastic gegeten moeten kunnen worden door bacteriën. “Want een auto, computer of telefoon mag natuurlijk niet uit elkaar vallen omdat er een bacterie op zit”, zegt hij. “Bovendien komt dan alle CO2 vrij die in het plastic zat opgeslagen. Dus voor sommige producten is het beter om die te recyclen. We moeten al het plastic dus beter recyclebaar maken. Nu wordt maar 15 procent van al het plastic gerecycled. Over 20-30 jaar moet dat de helft zijn.”