Kinderlezingen

Hoe oud kan ik worden?

“Hoe oud kun je worden? Op die vraag gaan we vandaag antwoord vinden”, met die woorden begint biomedisch wetenschapper Renée van Amerongen de NEMO kinderlezing die gaat over veroudering. Over veroudering die zichtbaar is, zoals rimpels en grijze haren, maar ook onzichtbaar, in je cellen.

hoe word je 100.jpg

Nu staat ze voor een zaal met vijfentwintig leergierige kinderen, maar in haar dagelijks leven werkt Renée van Amerongen aan de Universiteit van Amsterdam. Daar bestudeert ze hoe de cellen van het menselijk lichaam werken. Hoe ze met elkaar communiceren, hoe ze samenwerken en wat er gebeurt als die processen misgaan en mensen ziek worden.

Wat is oud?

“Wat verstaan jullie onder oud?” vraagt Van Amerongen aan haar jonge publiek. “Vijfenzeventig jaar”, roept een meisje. “Tachtig!” roept een ander. En een derde vindt vijftig al oud. “Vijftig?” reageert de onderzoeker verbaasd. “Ohja, dat vond ik ook oud toen ik zo jong was als jij. Maar verder variëren jullie meningen dus nogal. Ik denk alleen dat we het erover eens zijn dat iemand van honderd jaar wel oud is he?”

Maar honderd jaar is maar een schijntje in vergelijking tot de alleroudste mens die ooit geleefd heeft: Jeanne Calment, die pas op haar 122ste stierf. Van Amerongen laat een foto van deze vrouw zien op de beamer. “Jeanne is geboren in Arles, in Frankrijk, en zag als klein meisje Vincent van Gogh nog lopen wanneer hij boodschappen ging doen, want die woonde toen in diezelfde plaats.”

Rimpels, gedrag, donkerdere kleding

Van Amerongen herinnert de kinderen eraan dat ze, toen ze de NEMO-zaal binnenkwamen, allemaal op de rij van hun leeftijd moesten gaan zitten. De kinderen van acht zitten dus op de onderste rij, kinderen van negen een rij erboven en op de hoogste rij zitten de grootste kinderen, van elf en twaalf jaar oud. “Waaraan zie je dat de kinderen op de voorste rij er jonger uitzien dan de kinderen op de achterste rij?”, vraagt zij aan de zaal. Een meisje antwoordt dat ze het vooral aan hun blik ziet. “Jonge kinderen kijken anders dan oudere kinderen.” Van Amerongen is het daar wel mee eens. “Misschien zijn ze wat onbezorgder, ze hebben natuurlijk minder huiswerk en mogen veel buitenspelen.”

Wanneer ze aan de zaal vraagt waaraan te zien is dat de volwassenen er ouder uitzien, roepen de kinderen dat volwassenen in de zaal meer rimpels hebben, dat ze groter zijn, ander gedrag vertonen en veel donkerdere kleding dragen.

Leeftijd van je lichaam

Maar de leeftijd van iemand is niet alleen in te schatten door naar het uiterlijk te kijken, je kunt de leeftijd ook binnenin een mens zien: in de spieren, botten en cellen. Om te testen hoe gezond haar publiek is, heeft Van Amerongen een testje. Binnen 30 seconden moet iedereen zo vaak mogelijk van zijn stoel opstaan en weer gaan zitten, met de handen voor de borst gekruist. De hele zaal gaat los: 1, 2, 3, 4….  Na een halve minuut valt iedereen hijgend op zijn stoel neer. Veel volwassenen konden het een keer of 25. Maar een jongen beweert dat hij tot de 41 kwam. “Hiermee test een dokter hoe fit iemand is voor zijn leeftijd. Iemand van 60 jaar oud moet dit nog 14 tot 19 keer kunnen doen”, zegt ze.  

Hagelslag.jpg

Leeftijd van je cellen

Je hele lichaam is opgebouwd uit cellen. “Iedereen heeft tien keer een miljoen, keer een miljoen aantal cellen in zijn lichaam. Dat is een 1 met 13 nullen”, vertelt Van Amerongen. Volgens haar moet je je het Rijksmuseum voorstellen dat gevuld is met hagelslag, om zoveel cellen gaat het. En al die cellen hebben een eigen taak, maar hoe weten ze wat ze precies moeten doen?

Van Amerongen laat een microscopisch plaatje zien van een dun plakje darm waarin je paarsige cellen ziet zitten. “Sommige cellen maken slijm, andere nemen voeding op en een derde groep onderhoudt de boel”, zegt ze en pakt er een maquette van een cel bij. “In de celkern zit 2 meter DNA en daarin zit informatie wat de cel moet doen. Voor een cel is het DNA een soort kookboek. Elke cel met een andere functie leest een ander stukje uit het kookboek.”

Cellen kunnen op verschillende manieren verouderen, legt Van Amerongen uit. Wanneer cellen delen wordt het DNA gekopieerd en daarbij kan wel eens iets misgaan. Gelukkig kunnen cellen zichzelf repareren. Tenzij er teveel fouten in het DNA zitten, dan ruimt het lichaam de cel op. “De cel verdwijnt dan, of gaat in een soort winterslaap waardoor hij nutteloos wordt.”

Ook de beschermkapjes die aan het uiteinde van DNA zitten kunnen slijten. Die beschermkapjes heten telomeren en lijken op het harde uiteinde van schoenveters. Ze zorgen ervoor dat het DNA niet rafelt. “Maar bij elke deling worden die beschermkapjes ietsje korter”, zegt Van Amerongen. En als laatste produceren de energiefabriekjes in cellen, de mitochondriën, steeds meer afvalstoffen als je ouder wordt. En die zijn schadelijk voor het DNA.

Kinderlezing in NEMO - Foto DigiDaan.jpg

Gezond blijven

Renée van Amerongen toont de foto’s van twee mannen. Ze lijken enorm op elkaar. “Maar wie is er ouder?”, vraagt ze. De kinderen wijzen de rechter man aan. “Klopt. Dit is een eeneiige tweeling, maar de rechter man heeft 14 jaar langer gerookt. Dat is te zien aan zijn rimpels, maar vast ook in de cellen in zijn lijf. Je moet dus goed voor je lichaam zorgen en niet roken.”

Maar hoe kunnen we er dan voor zorgen dat we net als Jeanne Calment 122 jaar of ouder gaan worden? “Daar doen veel wetenschappers onderzoek naar”, vertelt Van Amerongen en laat een plaatje zien van een olifant, kreeft en walvis. “Ze kijken bijvoorbeeld naar dieren. Olifanten hebben manieren om hun cellen te beschermen tegen DNA-schade. Kreeften voorkomen dat hun telomeren niet korter worden bij het delen van cellen en Groenlandse walvissen kunnen 200 jaar worden omdat hun cellen maar weinig energie verbruiken.” Dan laat ze plaatjes zien van een bruin, slijmerig wormpje. “Dit is mijn favoriete dier”, vertelt ze daarbij. “Je kunt ‘m in kleine stukjes snijden en uit die stukjes groeien nieuwe wormen. Ze hebben het oneindig leven!”.

Daarnaast zijn wetenschappers ook bezig met het ontwikkelen exoskeletten die gebruikt kunnen worden door mensen die verlamd zijn, vertelt Van Amerongen. Evenals het ontwikkelen van kunstmatige organen die groeien in het lab of technieken waarmee het DNA zelf te repareren is.

“Wat vinden jullie van zo’n techniek die foutjes in het DNA opspoort en repareert?” vraagt ze aan de zaal. Een jongen vindt dat repareren van DNA een goed idee, maar hij wil ook een kritische noot plaatsen: “Kunnen we niet gewoon accepteren dat we oud worden?” Van Amerongen: “Dat vind ik een hele goede filosofische vraag. Vinden we het wel leuk om onsterfelijk te zijn? Dan vind je de muziek misschien niet leuk meer, dan moeten we met elkaar afspreken dat we geen kinderen meer krijgen, maar raak je misschien wel uitgekeken op de mensen die er zijn.”

Onsterfelijkheid

Vervolgens ontspint er een hevige discussie over onsterfelijkheid. Een meisje zegt: “Ik wil wel oud worden, maar niet ziek.” Een ander zegt: “Is oud worden niet net als bij katten? Als die oud en ziek zijn, dan laat je ze inslapen.” Een jongen met wilde fantasie gaat nog even door: “Wat nou als we onsterfelijk zijn en de aarde spat over 150 miljoen jaar uit elkaar?” Van Amerongen: “Daar denk ik ook vaak over na. Het heelal is eindig. Dus wat heb je dan aan onsterfelijkheid?”

Als afsluiting geeft Van Amerongen de kinderen nog een advies: je kunt het beste maar gezond leven. “Als je je biologische leeftijd zo gezond mogelijk houdt, en dus goed voor jezelf zorgt, worden we misschien straks wel ouder dan 122.”