De vijf zintuigen zijn zicht, gehoor, reukzin, smaakzin en tastzin. Die gebruik je bijvoorbeeld als je een maaltijd bereidt, van het lezen van het recept en het koken van het gerecht tot het tafeldekken, opdienen en natuurlijk opeten van de maaltijd. Bij het eten gebruik je al je zintuigen. De leerlingen onderzoeken dit door op verschillende manieren allerlei voedsel te proeven.
Sommig voedsel ziet er hetzelfde uit, maar smaakt verschillend. De leerlingen proeven ook zonder ze te zien en te ruiken. Ze komen ook dingen tegen die dezelfde naam hebben maar niet hetzelfde smaken. Kunnen ze deze van elkaar onderscheiden als ze deze niet mogen zien en ruiken? Ten slotte proeven ze iets dat misschien anders smaakt dan ze hadden verwacht. Na elke opdracht bespreken de leerlingen met hun groepje wat ze hebben geproefd.
De activiteit bestaat uit de volgende onderdelen:
Voorbereiding
- Verzamel de ingrediënten en bereid de verschillende opdrachten voor
Introductie (20 minuten)
- Bedenk vooraf hypotheses met de leerlingen
- Neem de vier opdrachten met de leerlingen door
- Verdeel de leerlingen in groepjes
Aan de slag (60 minuten)
- Laat de leerlingen de vier opdrachten uitvoeren
- De leerlingen schrijven hun bevindingen per opdracht op
Evaluatie (20 minuten)
- Bespreek de opdrachten na met de hele klas
Download
Download hier de leerkrachtenhandleiding voor alle informatie en inspirerende voorbeelden.