De leerlingen krijgen kleine en niet zo voor de hand liggende onderdelen van een apparaat te zien. Ze proberen te raden welk apparaat het is. De activiteit bestaat uit twee deel activiteiten: Activiteit A is een eenmalige activiteit; de leerlingen proberen in groepjes zoveel mogelijk apparaten correct te raden. Activiteit B duurt een schooljaar; de leerlingen krijgen de onderdelen van een apparaat te zien en krijgen een week om te bedenken welk apparaat het is. Dit wordt elke week herhaald.
De activiteit bestaat uit de volgende onderdelen:
Voorbereiding
- Verzamel apparaten en fotografeer ze
- Haal de apparaten uit elkaar en fotografeer de onderdelen
- Kies drie onderdelen en stop die ieder in een ziplock zak
- Stop de ziplock zakjes in een envelop
- Label de envelop A, B, C etc. en de onderdelen A1, A2, A3 etc.
- Print de foto's van de apparaten en schrijf de namen erbij
Introductie (5 minuten)
- Laat de leerlingen een onderdeel van een apparaat zien en laat ze raden
- Laat vervolgens het apparaat zien en waar het onderdeel zit
- Leg uit dat het een wedstrijd wordt met als doel het raden van zoveel mogelijk apparaten
Aan de slag (40 minuten)
- Leerlingen werken in groepjes van 3 of 4
- Geef iedere groep het eerste onderdeel, met 2 minuten raadtijd
- Leerlingen schrijven hun antwoord op
- Bij een juist antwoord krijgen de leerlingen onderdeel 1 van een nieuw apparaat, anders onderdeel 2 om verder te raden
- De leerlingen gaan door met raden en punten verzamelen tot het einde
Evaluatie (20 minuten)
- Bespreek klassikaal een aantal apparaten en laat de leerlingen hun ervaringen vertellen
- Leg de thuisactiviteit uit
Download
Download hier de leerkrachtenhandleiding voor alle informatie en inspirerende voorbeelden.