Ga direct naar hoofdinhoud

Tekencomputer

Computers volgen instructies op. Een precieze instructie geven is moeilijker dan je denkt. Probeer iemand maar eens een tekening na te laten tekenen zonder dat die persoon het plaatje ziet. Diegene moet precies tekenen wat jij zegt.

Aan de slag

Stap 1

Vraag iemand om een tekencomputer te spelen. Degene die tekent mag niet zelf nadenken, maar alleen tekenen wat jij vertelt.

Stap 2

Maak een simpele tekening die alleen uit lijnen bestaat. Bijvoorbeeld een huis, een berg, een boom of een stokpoppetje. Houd de tekening geheim!

Stap 3

Geef de tekencomputer (je medespeler dus) een pen en papier. Probeer om de ander jouw tekening zo precies mogelijk na te laten tekenen. Maar alleen door instructies te geven, je mag niets laten zien. Zeg bijvoorbeeld: “Teken een rondje.” De tekencomputer moet precies tekenen wat jij zegt en niet zelf dingen verzinnen.

Wat weet je nu?

Je ziet dat het moeilijk is om stapje voor stapje en op een begrijpelijke manier te vertellen wat er moet gebeuren. Je tekencomputer tekent precies wat jij zegt. Als je iets vergeet of niet goed vertelt, lukt de tekening niet.

Dat gebeurt ook bij het programmeren van een computer. Als je een programmastap vergeet of je beschrijving is onduidelijk of niet volledig, dan doet de computer niet wat je graag had gewild. Programmeren is een precies werkje.