Codeer je tekening
Computers gebruiken speciale codes in de vorm van nullen en enen om informatie op te slaan en te verwerken, zoals teksten en plaatjes. In dit proefje gebruik je deze cijfers om tekeningen te coderen.
Aan de slag
Stap 1
Pak allebei ruitjespapier en een pen of stift. Zorg ervoor dat je niet op elkaars papier kunt kijken.
Stap 2
Om te oefenen, maak je eerst een vierkant van 5 hokjes breed en 5 hokjes hoog op je ruitjespapier. Je gaat nu een aantal vakjes inkleuren, volgens een code. Ga van links naar rechts en van boven naar beneden en schrijf deze cijfers in de vakjes: 10001 11001 10101 10011 10001.
Als er een 1 staat dan kleur je het vakje in en bij een 0 dan laat je het vakje leeg
Stap 3
Zie je nu ook een N? Dan is het gelukt. Zo niet, probeer het nog een keer.
Stap 4
Maak weer een vak van 5x5 en maak nu zelf een tekening door sommige vakjes in te kleuren en sommige leeg te laten.
Stap 5
Pak een leeg vel papier en zet hier de code van jouw tekening op. Als het vakje leeg is, geef je het een 0. Als het vakje gekleurd is, geef je het een 1. Geef dit vel papier met je code door aan je medespeler, zonder je tekening te laten zien.
Stap 6
De ander moet nu met deze code proberen je tekening na te maken. Dit decoderen doet de ander door linksboven te beginnen en steeds het vakje in te kleuren als er een 1 in staat.
Stap 7
Is het gelukt? En kan je nu ook grotere tekeningen doorgeven?
Wat weet je nu?
Het is je gelukt om iets in code te schrijven. Codetaal wordt gebruikt in bijvoorbeeld geheimschrift, waardoor iemand niet zomaar mee kan lezen. Maar computers gebruiken het ook. Ze werken met een binaire code, wat betekent dat ze alleen lezen in een 0 en een 1. Net zoals met deze tekening.
