Kinderen uit groep 2 kunnen al voorspellingen maken over of een balans (of weegschaal) in balans zal blijven of niet. Jonge kinderen doen dit meestal alleen op basis van gewicht – ze kijken welke kant van een balans het meeste gewicht heeft. De afstand van het gewicht tot het middelpunt speelt echter ook een rol, zoals te zien is in dit plaatje. Hoe kunnen we kinderen helpen om te ontdekken dat afstand tot het midden ook belangrijk is zonder het voor te zeggen? Kunnen we kinderen onopgemerkt sturen naar het uitvoeren van “goede experimenten”? Goede experimenten zijn experimenten waarbij slechts 1 aspect (bijvoorbeeld afstand) verschilt tussen de twee kanten van de balans en het andere aspect (bijvoorbeeld aantal gewichtjes) hetzelfde wordt gehouden. Hiermee kan je puur het effect van afstand op balans toetsen.
Om dit uit te vinden, hebben wij het vrij experimenteren verschillend gestructureerd voor twee groepen kinderen. Kinderen konden vrij spelen met een balans zoals op het plaatje. In de eerste, onderzoeksgroep blokkeerden we aan beide zijden van de balans twee haakjes. Deze kinderen konden niet aan beide zijden van de balans op gelijke afstand van het middelpunt gewichtjes hangen. Ze moesten dus aan beide zijden een andere afstand van het middelpunt gebruiken. In de controlegroep hadden we aan beide kanten de twee buitenste haakjes geblokkeerd; deze kinderen konden dus zowel gewicht als afstand gelijk houden aan beide zijden. Voor- en nadat de kinderen in een van deze twee situaties mochten experimenteren met de balans, hebben we hun begrip van balans (krachtmoment) gemeten met een computertaakje waarop dezelfde balans te zien was.